8.1 De grote hersenen

De grote hersenen – met name de gliacellen – vormen het decor van de productie van het ‘Medicijn’.

De grote hersenen bestaan uit twee verschillende delen: de hersenschors en de gliacellen.

Hersenschors (grijze cellen)

De hersenschors vormt de buitenkant van de grote hersenen. Ze bestaat uit ‘grijze hersencellen’, waarvan we er zo’n 15 miljard hebben. In de wetenschap wordt dit deel van de grote hersenen – met functies als geheugen, taal en objectieve waarneming –  het meest onderzocht. De belangrijkste functie ervan is het organiseren van informatie, als een verfijnde en goed georganiseerde bibliotheek. De hersenschors is echt een schors: hij zit als een soort verfrommeld laagje, zoals de buitenkant van een walnoot, om de ‘witte hersencellen’ heen.

Gliacellen (witte cellen)

De ‘witte hersencellen’ of gliacellen zitten aan de binnenkant van de grote hersenen. Over deze gliacellen is erg weinig bekend, maar het zijn er veel meer dan de grijze hersencellen – 150 miljard – en ze lijken volledig chaotisch en ongeorganiseerd.

Eén van de functies van de gliacellen is het voeden van de grijze hersencellen. Zo beschouwd zijn ze in wezen de bron van onze creativiteit. Ze zijn ook verantwoordelijk voor de boodschappen en ingevingen die we soms ontvangen in dromen, zoals Einstein ooit in een droom E=MC² door kreeg. Veel beroemde kunstenaars, uitvinders en filosofen hebben een uitzonderlijke hoeveelheid gliacellen, meer dan de gemiddelde mens. Einstein is daar een goed voorbeeld van. Gelukkig zegt kwantiteit niet alles: met technieken uit de seksuele kungfu kun je de werking van de gliacellen optimaliseren. Zo heeft de seksuele kung fu een heel positief effect op je creatieve vermogens.

Wanneer je de omhoog gebrachte seksuele energie laat spiralen ter hoogte van de gliacellen – dus in het midden van de grote hersenen, niet aan de buitenkant in de hersenschors – ontstaat dat wat we ‘het Medicijn’ noemen.

Index