In het taoïsme maken we gebruik van twee basissymbolen. Het eerste symbool is de lege cirkel. Die representeert de Tao, het allesomvattende en het allesvoortbrengende.
Het tweede symbool is het enige dat, in abstractie, niet zou kunnen passen in deze allesomvattende cirkel: een oneindige rechte lijn
Je zou kunnen stellen dat een allesomvattende cirkel alles ‘gevangen houdt’. Ontsnappen eraan is immers onmogelijk. Er is echter één abstractie die niet is ‘gevangen’ door de Tao en dat is de oneindige rechte lijn. Die oneindige rechte lijn vertegenwoordigt dus ‘datgene wat niet gevangen is’, of anders gezegd, ‘datgene wat vrij is'. Wij mensen, het moge duidelijk zijn, zijn geen oneindige rechte lijnen. We zitten dus gevangen in de allesomvattende cirkel. Wat we ook doen, de cirkel omvat het.
Er is echter een mogelijkheid om uit de cirkel te ontsnappen. Want wat als jij jezelf daarin vrijwillig gevangen zet? Als je ervoor kiest je vrijheid op te geven? Als je je overgeeft aan de onontkoombaarheid van je bestaan binnen de Tao? Dan gebeurt er iets wonderbaarlijks. Want als de oneindige lijn die vrijheid symboliseert ziet dat jij je vrijwillig overgeeft aan gevangenschap, dan wil die lijn zich verbinden met jouw vrije keus om je vrijheid op te geven. De oneindige lijn schiet op dat moment de allesomvattende cirkel in. Als je dan die lijn pakt dan ben je vrij, terwijl je toch gevangen zit in de allesomvattende Tao.
In de lege cirkel kun je natuurlijk heel goed een eicel zien. En in de oneindige lijn een spermacel. Bewustzijnsgroei kan alleen ontstaan als de lijn de cirkel binnen gaat.